Tanjung Puting National Park, gelegen in West Kotawaringin Regency in de provincie Centraal Kalimantan, is een van de weinige plaatsen in Indonesië waar je orang-oetans van dichtbij kunt zien. Ongeveer 416.000 hectare groot, dat bestaat uit dipterocarp-droogland, veenmoerasbos, heidebos, mangrovebos en strandbos aan de kust, evenals secundair bos. De geschiedenis van het park als natuurbeschermingscentrum gaat terug tot de jaren dertig toen de Nederlandse koloniale overheid begon met de bescherming van orang-oetans en neusapen.

Er zijn verschillende manieren om van de wonderen van Tanjung Puting te genieten, zoals per boot, waardoor bezoekers van veraf neusapen in de bomen kunnen zien. Je kunt er ook voor kiezen om op een woonboot te stappen die dagenlang door de Sekonya-rivier vaart. Dit zorgt voor een onvergetelijke ervaring terwijl je de omringende wildernis absorbeert vol met dieren in het wild, zoals vogels, kleine apen en slangen die aan bomen bungelen. Als je geluk hebt, komt er misschien een orang-oetan in de buurt van de boot om een ​​paar foto's te laten maken.

De meeste rondleidingen in het park leiden naar de zogenaamde kampen, namelijk plaatsen waar de orang-oetans worden gerehabiliteerd voordat ze weer in het wild worden vrijgelaten. Hier kunnen bezoekers de 'mannen van de jungle' bewonderen vanaf een veilige maar toch korte afstand terwijl ze op hun voerplatforms zitten. Tegenwoordig heeft het Tanjung Puting National Park vier onderzoekscentra en is het ook de thuisbasis van gibbons, makaken, nevelpanters, zonberen, wilde zwijnen, stekelvarkens, herten en andere wilde dieren, waaronder honderden soorten vogels en vlinders.