Een reis naar het Komodo National Park is als het vangen van vele vogels in één klap. Je krijgt niet alleen de kans om de komodovaranen van dichtbij te zien, maar je wordt ook getrakteerd op enkele van de mooiste stranden ter wereld, mogelijk de beste duik- of snorkelplekken ter wereld, en over het algemeen adembenemende natuurlijke landschappen bewoond door andere wilde dieren.

De komodovaraan (Varanus komodoensis), ook bekend als de komodo-monitor, is een hagedissoort die voorkomt op de eilanden Komodo, Flores, Rinca en Gili Motang in Oost-Nusa Tenggara. Met een lengte tot drie meter en een gewicht tot 70 kilogram, is het de grootste hagedissoort die vandaag de dag bestaat. De varanen zwerven vrij rond om voedsel te vinden en om ze van dichtbij te zien, kan een trektocht diep in de jungle nodig zijn, meestal naar hun drinkplaatsen. Voor het eerst geregistreerd door westerse wetenschappers in 1910, zouden de komodovaranen de tijd van de dinosauriërs hebben overleefd, met een evolutionaire ontwikkeling die 40 miljoen jaar geleden begon.

Als u het meeste uit uw verblijf in het Komodo National Park wilt halen, zijn andere aanbevolen activiteiten onder meer wandelen op het prachtige Padar-eiland, hoppen van zandbank naar zandbank, in het ongerepte blauwe water van de Rangko-grot springen, de vriendelijke lokale bevolking van Komodo Village ontmoeten en het bezoeken een van de roze stranden van het park, zwemmen met mantaroggen en schildpadden (die toch niet zo moeilijk te zien zijn als je duikt of snorkelt), en, als je toevallig buiten bent tijdens zonsondergang, getuige zijn van miljoenen vleermuizen die de mangroven achterlaten om naar hun grotten te vliegen.